Jozua 21:20

SVDe huisgezinnen nu der kinderen van Kahath, de Levieten, die overgebleven waren van de kinderen van Kahath, die hadden de steden huns lots van den stam van Efraim.
WLCוּלְמִשְׁפְּחֹ֤ות בְּנֵֽי־קְהָת֙ הַלְוִיִּ֔ם הַנֹּותָרִ֖ים מִבְּנֵ֣י קְהָ֑ת וַֽיְהִי֙ עָרֵ֣י גֹֽורָלָ֔ם מִמַּטֵּ֖ה אֶפְרָֽיִם׃
Trans.ûləmišəpəḥwōṯ bənê-qəhāṯ haləwîyim hannwōṯārîm mibənê qəhāṯ wayəhî ‘ārê ḡwōrālām mimmaṭṭēh ’efərāyim:

Algemeen

Zie ook: Levieten, Levieten (steden)

Aantekeningen

De huisgezinnen nu der kinderen van Kahath, de Levieten, die overgebleven waren van de kinderen van Kahath, die hadden de steden huns lots van den stam van Efraim.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וּ

-

לְ

-

מִשְׁפְּח֤וֹת

De huisgezinnen

בְּנֵֽי־

nu der kinderen

קְהָת֙

van Kahath

הַ

-

לְוִיִּ֔ם

de Levieten

הַ

-

נּוֹתָרִ֖ים

die overgebleven waren

מִ

-

בְּנֵ֣י

de kinderen

קְהָ֑ת

van Kahath

וַֽ

-

יְהִי֙

-

עָרֵ֣י

die hadden de steden

גֽוֹרָלָ֔ם

huns lots

מִ

-

מַּטֵּ֖ה

den stam

אֶפְרָֽיִם

van Efraïm


De huisgezinnen nu der kinderen van Kahath, de Levieten, die overgebleven waren van de kinderen van Kahath, die hadden de steden huns lots van den stam van Efraim.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!