SV | De huisgezinnen nu der kinderen van Kahath, de Levieten, die overgebleven waren van de kinderen van Kahath, die hadden de steden huns lots van den stam van Efraim. |
WLC | וּלְמִשְׁפְּחֹ֤ות בְּנֵֽי־קְהָת֙ הַלְוִיִּ֔ם הַנֹּותָרִ֖ים מִבְּנֵ֣י קְהָ֑ת וַֽיְהִי֙ עָרֵ֣י גֹֽורָלָ֔ם מִמַּטֵּ֖ה אֶפְרָֽיִם׃ |
Trans. | ûləmišəpəḥwōṯ bənê-qəhāṯ haləwîyim hannwōṯārîm mibənê qəhāṯ wayəhî ‘ārê ḡwōrālām mimmaṭṭēh ’efərāyim: |
De huisgezinnen nu der kinderen van Kahath, de Levieten, die overgebleven waren van de kinderen van Kahath, die hadden de steden huns lots van den stam van Efraim.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
De huisgezinnen nu der kinderen van Kahath, de Levieten, die overgebleven waren van de kinderen van Kahath, die hadden de steden huns lots van den stam van Efraim.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!